De jaarlijkse Tygron Community of Practice vond dit jaar plaats op 11 november. Deze bijeenkomst is van en voor gebruikers: een moment waar kennis, ervaring, vaardigheden, toepassingen én de nieuwste technologische ontwikkelingen samenkomen. Tijdens de CoP vertelden verschilende gebruikers van Tygron over hoe zij het Platform toepassen, onder hen waren de medewerkers van de gemeente Deventer.
Deventer groeit, en snel. Niet alleen in aantal inwoners, maar ook in ambities. Margriet Achtereekte, Trekker Geovisie gemeente Deventer, schetst het dilemma: “Het totaal van de oppervlaktevraag is veel meer dan Deventer qua oppervlakte heeft.” Er liggen dan ook stevige uitdagingen. Deventer moet 11.000 woningen bouwen tot 2035, bovendien is er ook behoefte aan een nieuw bedrijventerrein, zijn er forse investeringen in de energie-infrastructuur nodig en is er ook nog de vergroeningsopgave.
“We zijn aan het testen geslagen met digitale instrumenten om grip te krijgen op onze groei,” zegt collega Gijs Schulkes, Coördinator vakgroep Geo-informatie gemeente Deventer. De uitdaging is om slimme keuzes te maken die mobiliteit, leefbaarheid en klimaatadaptatie verenigen binnen de kaders van het ruimtegebrek. Een digital twin van de gemeente bracht uitkomst. Niet zozeer als de oplossing van alle problemen, maar als een strategisch hulpmiddel om toekomstige ontwikkelingen inzichtelijk en daarmee bestuurbaar te maken.
Verdichten en vergroenen
Het was een beetje een gok, geeft Achtereekte toe. “We zeiden tegen elkaar, we hebben drie maanden de tijd.” Drie maanden om met een digital twin te bewijzen dat je in Deventer 11.000 woningen kunt toevoegen zonder weer een nieuwe uitlegwijk aan de rand te plakken. “Laten we nou eens een contour om de stad trekken en daar niet buiten gaan bouwen.” Maar ook, zonder dat de stad dichtslibt of het groen verdwijnt. Verdichten dus. Maar verdichten waar, hoe hoog en met welke impact? Juist daarvoor wordt de digital twin ingezet, als een soort datagedreven second opinion, die beleidsmakers een beeld geeft van de gevolgen van hun beslissingen.
Volgens Schulkes luidde het interne motto: “We gaan gewoon beginnen en kijken waar we uitkomen.” Door het gebruik van bestaande inzichten en datasets uit eerdere Tygron-projecten uit bijvoorbeeld Nieuwegein konden er snel stappen worden gezet. Naarmate het project vorderde, werd duidelijk dat de digital twin alleen effectief kon zijn als verschillende disciplines actief werden betrokken. Collega’s van stedenbouw, landschap, mobiliteit en klimaatadaptatie voegden zich bij de sessies, waardoor kennis en perspectieven samenkwamen. Achtereekte: “Elke sessie werd een beetje voller, want collega’s vertelden elkaar erover en die schoven dan de volgende keer aan.”
Dezelfde taal spreken
Tussen de sessies door werden vragen en ideeën telefonisch of via e-mail besproken volgens Schulkes: “We werden steeds benaderd. Kunnen we met die collega nog even hierover sparren? Kunnen we hier nog even over doorpraten?” Zo ontstond een iteratief proces waarin beleidsinhoud, data-analyse en ontwerpdenken constant op elkaar werden afgestemd. En, niet onbelangrijk, waarin alle betrokkenen steeds beter dezelfde taal gingen spreken.
Twee voorbeeldgebieden rond station Colmschate en het centrum werden doorgerekend.
“We hebben indicatoren ontwikkeld om strategieën naast elkaar te zetten,” zegt Achtereekte. Hiermee konden varianten worden getest op thema’s als verdichting, vergroening, leefbaarheid en mobiliteit. Het team bouwde daarbij expliciet scenario’s op basis van ontwerpregels en gemeentelijke randvoorwaarden. Schulkes: “Met die randvoorwaarden kijken we hoe het ontwerp zich daarna kan ontwikkelen.” Het resultaat was uiteindelijk helder. Verdichting en vergroening gaan prima samen. “Dit was ook eigenlijk om te laten zien, hey, het kan wel.”
Sim City
De presentatie aan de raad was spannend. Reacties liepen uiteen van “Een soort Sim City, mag ik het ook proberen?” tot “Oh nee, dit mag echt niet naar buiten, want het gaat helemaal mis.” Uiteindelijk werd het project enthousiast ontvangen. Inmiddels is de intentie uitgesproken om het project verder uit te bouwen. De les is duidelijk. “Kies voor een pragmatische aanpak,” benadrukt Schulkes. “Knip het op in kleine stukjes, want anders is het gewoon niet meer te behappen.” En Achtereekte vult aan: “Je hebt een aanleiding en een urgentie nodig om de collega’s snel in de juiste stand te krijgen.” Drie maanden bleek in Deventer precies genoeg tijd om van scepsis naar “zullen we een vervolg hierop doen?” te gaan.




