Deventer staat voor een grote woningbouwopgave. Nieuwe woningen realiseren binnen de bestaande stad vraagt om verdichting – maar wel met behoud van leefkwaliteit.
Eind september 2025 stond dit thema centraal in de raadsvergadering in Deventer. Een belangrijk gesprek over wat verdichten betekent: niet alleen in aantallen woningen, maar ook in termen van voorzieningen, groen, bereikbaarheid en leefbaarheid. Hoe zorgen we dat de stad groeit, zonder dat de kwaliteit onder druk komt?
Om die keuzes goed te kunnen maken, zet de gemeente Deventer een digitaal stadsmodel in. Dit model fungeert als een proeftuin voor de stad: het maakt zichtbaar wat nu nog onzichtbaar is en helpt de effecten van keuzes in beeld te brengen. Denk aan de bereikbaarheid van voorzieningen, de balans tussen ruimte voor wonen en ruimte voor groen, of de toegankelijkheid van zorg en onderwijs.
Het bijzondere is dat dit model niet één antwoord geeft, maar juist de afwegingen inzichtelijk maakt. Het helpt de gemeente om te zien: wat gebeurt er als we hier bouwen? Welke kansen benutten we, en welke grenzen komen we tegen?
Op de Tygron CoP op 11 november 2025 wordt er door medewerkers van de gemeente Deventer meer over deze casus vertelt: Community of Practice 2025 – Tygron Platform
Zie hier de link naar de aankondiging van de raadsvergadering en de achterliggende documenten: https://deventer.raadsinformatie.nl/modules/8/Raadsmededelingen/1083896
Hoe kom je tot zo’n digitaal stadsmodel voor je eigen gemeente?
Wij onderscheiden vier fasen:
In de eerste fase – Verkenning & doelen – staat het scherpstellen van de uitdaging centraal. Wat is precies het probleem, welke beleidsvragen spelen en welke effecten wil de gemeente bereiken? Ook wordt de rol van het digitale model bepaald: gaat het vooral om inzicht, scenario’s doorrekenen, beleidstoetsing of communicatie? Daarbij worden de relevante indicatoren geselecteerd en wordt een eerste matrix van maatregelen en indicatoren opgesteld.
De tweede fase – Prototype bouwen – draait om samenwerking. Beleidsmedewerkers en experts stemmen indicatoren en definities met elkaar af, en beleidskeuzes worden vertaald naar concrete parameters. Denk aan afstanden tot voorzieningen of normen voor leefbaarheid. Samen met GIS-specialisten wordt de digital twin opgebouwd en data geïntegreerd. Het resultaat: een eerste werkend prototype met scenario’s.
In de derde fase – Testen & optimaliseren – wordt het prototype in de praktijk beproefd. Beleidsafdelingen en gebruikers controleren of het model beleidsmatig klopt en bruikbaar is in hun dagelijkse werk. Op basis van hun feedback worden verbeteringen doorgevoerd, zodat het model goed aansluit op besluitvorming en participatie.
Tot slot volgt de vierde fase – Overdracht & borging. Hierbij worden afspraken gemaakt over de inzet van het model, de rollen en de gewenste resultaten. Het model wordt ingebed in de gemeentelijke werkprocessen en er wordt gezorgd voor een duidelijke structuur voor beheer en doorontwikkeling.
Benieuwd hoe jouw gemeente deze stappen kan zetten? We denken graag mee!
